Vanuit Venlo vertrok ik voor een rit die eerst over de Süchtelner Höhen ging (bekend terrein voor mij) en daarna in oostelijke richting door de Niederrhein naar de Hülser Berg, een solitaire beboste heuvel ten noorden van Krefeld (mooi natuurrijk gebied en een leuke klim door bosgebied).
De route had ik over vele binnenwegen en weinig fietspaden langs doorgaande wegen laten gaan. Dat gaat prima in deze regio (Niederrhein), en daarom is het gebied ook wel een fietsparadijs te noemen. Curieus was een spoorwegovergang ten noorden van Kempen: ik moest op een knop drukken op een praatpaal en dan kreeg ik contact met een operator die aangeeft wanneer de slagbomen omhoog gaan. In dit geval werd het contact pas na een paar minuten gelegd, en de operator bazelde wat in het Duits waaruit ik opmaakte dat het nog even ging duren. Ik ben daarom maar onder de slagbomen door gegaan.
Na de Hülser Berg volgde de heuvelzone van de Schaephuysener Höhen: enkele leuke klimmetjes (Windberg en Hahnenberg) die in het begin holle wegen zijn (geasfalteerd, met bomen omzoomt) en in het hoger gelegen gedeelte overgaan in betonplaatwegen door akkers voerend (dus met vrij uitzicht). De route ging (met toch een redelijke tegenwind) terug via Wachtendonk, een stadje met een mooie historische kern. Verderop nabij Broekhuysen pakte ik, op inmiddels weer voor mij bekend terrein, een heuveltje mee van de Heronger Höhen. De rit eindigde nog met een klim over de steilrand in het oostelijk deel van Venlo. Het was een leuke tocht, genoeg materiaal om hier een route van te publiceren (zonder de curieuze spoorwegovergang).