Het Zwarte Woud (Duits: Schwarzwald) is Duitsland’s hoogste middelgebergte dat zich in het zuid-westen van deelstaat Baden-Württemberg bevindt, en zich in noord-zuid richting uitstrekt over een afstand van 160 kilometer.
Het Zwarte Woud kan in drie gebieden ingedeeld worden:
- Het zuidelijk Zwarte Woud is het terrein van de vier hoogste toppen van het Zwarte Woud: de Feldberg (1493 m), Belchen (1414 m), Schauinsland (1200 m) en de Blauen of Hochblauen (1165 m). Aangezien je deze beklimmingen kunt aanvangen vanuit het Rijndal, wat op een hoogte van 250 meter ligt, zijn hoogteverschillen van meer dan 1000 meter mogelijk. De wegen naar deze grote vier zijn echter vaak druk, zeker in de weekenden met mooi weer wanneer motorrijders onderweg zijn. Hoe zuid/zuid-oostelijker je gaat hoe rustiger de wegen worden. En dan krijg je pareltjes van beklimmingen voorgeschoteld over uiterst rustige wegen (zoals die naar Gersbach, naar Gresgen, de Tiergrüble, de Ehrsberg, naar Endenburg, rond het Kanderntal). Het zuidelijk Zwarte Woud kent veel bossen, maar ook meer open plekken in beklimmingen dan in het noordelijk deel en het midden Zwarte Woud. Door het sterke reliëf zijn beklimmingen vaak steil (> 10%) en lopen het aantal hoogtemeters snel op bij rondes in het zuidelijk Zwarte Woud. In het oostelijk deel liggen ook enkele meren (Titisee, Schluchtsee). Aan de westelijke rand ligt het wijnbouwgebied Markgräferland, waar je over rustige wegen kunt fietsen door de wijngaarden.
- het midden gedeelte is zwaar bebost en minder hoog (tot zo’n 1100 meter hoogte, met uitzondering van de Kandel (1241 meter)). Weinig uitzichten dus in beklimmingen. Bekende bergen zijn de Brandenkopf en de Kandel. Het grootste hoogteverschil in een beklimming (van de Kandel) bedraagt 970 meter. Langs de rivieren Kinzig en Wolf liggen geasfalteerde fietspaden, waarvan die langs de Wolf op delen nog niet is voltooid.
- het noordelijk Zwarte Woud zit qua hoogte tussen het midden en zuidelijk gedeelte in. Hier ook een afwisseling van lange en korte beklimmingen, steil en minder steil. De hoogste top is de Hornisgrinde (1163 meter). Omdat je de beklimming van de Hornisgrinde vanuit het Rijndal kunt starten, vind je hier het grootste hoogteverschil in één beklimming in het Zwarte Woud: 988 meter.
Voordeel is dat je in het noordelijk Zwarte Woud heel rustige wegen kunt vinden, en dat er enkele vrijliggende geasfalteerde fietspaden langs rivieren liggen om drukke doorgaande wegen te vermijden: langs de rivier de Murg, langs de rivier de (Große) Enz, langs de benedenloop van de Nagold. Het noordelijk deel van het zwarte woud loopt richting het oosten geleidelijk af en is richting het oosten flink bebost, terwijl in het westen er veel meer open plekken zijn (uitzichten). Vanaf de hoogterug ten zuiden van Baden-Baden naar Kniebis (met de Hornisgrinde als hoogste top), is het verval zeer sterk naar het Rijndal toe. Dat betekent dat beklimmingen aan de kant van het Rijndal richting deze hoogterug vaak steil zijn. De beklimmingen die oostelijk van deze hoogterug starten in de richting van de hoogterug, zijn vaak veel minder steil. Een tweede hoogterug is te vinden ten oosten van Forbach met de Hohloh als hoogste top.
Aan de oostelijke kant van de beide hoogteruggen vind je goede geasfalteerde boswegen waar autoverkeer verboden is.
Indien je het Zwarte Woud vergelijkt met zijn Franse broer aan de andere kant van het Rijndal, de Vogezen, dan valt op dat de beklimmingen in het Zwarte Woud steiler uitvallen dan in de Vogezen. Daarnaast bestaan de bossen in het Zwarte Woud voor een groter aandeel uit dennenbomen in tegenstelling tot de Vogezen (meer loofbomen). In het Zwarte Woud liggen minder wegen, en doorgaande wegen zijn daardoor drukker, dan in de Vogezen. Hierdoor is het lastiger om rondes met vele beklimmingen te maken (over rustige wegen), dan in de Vogezen. Echter in het noordelijk deel van het Zwarte Woud is dit minder een probleem dan in het zuidelijk deel rond het gebied van bekende beklimmingen als Schauinsland en Belchen. In het zuidelijk Zwarte Woud kun je ook rondes maken over rustige wegen in het Markgräferland en rond de as Kandern – Zell im Wiesental – Gersbach.
In het Zwarte Woud valt minder neerslag dan in de Vogezen omdat regenwolken van depressies uit westelijke richting al boven de Vogezen (deels) uitregenen. Maar desondanks is het, na de Duitse Alpen, één van de meest neerslagrijke regio’s van Duitsland. Voor beide gebergten geldt dat er in instabiele zomerlucht vaak snel onweersbuien tot ontwikkeling kunnen komen. In de Vogezen kan het weer in de hogere gebieden vaak ook snel omslaan. Ga je in de herfst naar deze regio, dan is het best mogelijk dat het Rijndal in mist zit opgesloten, maar dat je in stralend weer fietst (uitkijkend op het mistdeken in het Rijndal) wanneer je hogerop gaat.
Door het gehele Zwarte Woud liggen vele prachtige plaatsen en steden (bijvoorbeeld Baden-Baden, Sasbachwalden, Freiburg, Gengenbach, Schiltach, Gersbach, Altensteig, Badenweiler, Sankt Blasien, Staufen im Breisgau), in de Vogezen geldt dit eigenlijk alleen voor de oostelijke zijde (in de Elzas).