Zuiderkempen

De Zuiderkempen wordt in het zuiden begrensd door de rivier de Demer, in het noorden door de gemeenten Grobbendonk, Vorselaar, Geel, Herentals en een gedeelte van Mol.
Door de Zuiderkempen stromen de riviertjes Grote Nete en Kleine Nete, die bij stad Lier samengaan tot de Nete. De rivier de Demer is de begrenzing met het Hageland, en de Demer stroomt uit in rivier de Dijle. Lier is een mooi stadje met historisch centrum (waar de begijnhof en de Zimmertoren een bezoek waard zijn). Rond Lier liggen kilometers lange jaagpaden langs het Netekanaal, Grote Nete en Kleine Nete. In het dal van de Kleine Nete liggen verscheidene natuurgebieden zoals het Netewoud bij Meerhout.
Stadje Westerlo wordt de “Parel van de Zuidkempen” genoemd, met ondermeer landschapspark de Merode, de abdij van Tongerlo en Kasteel de Merode. Iets zuidelijker ligt op een kleine heuvel de abdij van Averbode. Enkele heuvels (met zo’n 20 tot 30 meter hoogteverschil) vind je daarnaast ook rond de plaats Herselt en in Heist-op-den-Berg en Beerzel (deze gebieden behoren tot het Zuid-Kempisch Heuvelland). Direct ten noorden van Herentals ligt de Kempense Heuvelrug, die in noordoostelijke richting tot aan Kasterlee loopt en dus slechts deels tot de Zuiderkempen behoort.